Cursusbeschrijving
Een van de consequenties van de vergrijzing van onze samenleving is dat we te maken krijgen met steeds meer dementerende ouderen. Alzheimer Nederland hanteert de volgende cijfers: in 2005 waren het 200.000 ouderen, in 2020 zullen dat er 250.000 zijn en in 2030 320.000.
Bijna 70% van alle dementerenden woont nog gewoon thuis. Van de mensen met een matig-ernstige vorm of ernstige vorm woont één op de vier nog thuis. De zorg voor mensen met dementie speelt zich dus voornamelijk thuis af. Mantelzorgers voorzien in 75% van de hulpvragen thuis. De vraag naar mantelzorg zal in de nabije toekomst door de vergrijzing en de verdergaande vermaatschappelijking van de zorg toenemen.
Thuiswonende dementerende ouderen hebben complexe en uiteenlopende zorg- en begeleidingsvragen, die vaak onder verschillende financieringssystemen vallen. Intra- en extramurale zorg wisselen elkaar af of gaan in elkaar over.
Duidelijk is dat versterking van en begeleiding in de thuissituatie nodig is, want zo verminderen we de vraag naar intramurale zorg en voorkomen we crisissituaties.
Voor de begeleiding en ondersteuning thuis wordt casemanagement dementie ingezet, als onderdeel van ketenzorg dementie. De focus ligt op begeleiding en ondersteuning van cliënt en mantelzorger in de thuissituatie in combinatie met een zorgaanbod op maat.
In deze bijscholing komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Vroegsignalering
Hoe herken je het begin van dementie? Hoe bepaal je in welke fase van de dementie een cliënt zich bevindt? - Gedragsveranderingen
Dementie gaat vaak gepaard met gedragsveranderingen, denk aan onrust, zoekend gedrag, desoriëntatie en verwarring. Welke gedragsveranderingen horen bij dementie en hoe ga je hiermee om? - Communicatie met iemand met dementie
Welke gesprekstechnieken zijn er en hoe hanteer je die? Welke verschillende benaderingswijzen zijn er en hoe pas je dit goed toe? Welke benaderingswijze past bij welke cliënt? - Dagstructuur en dagindeling
Wat is het belang van een dagstructuur voor cliënten met dementie en hoe creëer je dat? - Ondersteuning en hulpverlening aan mantelzorgers
Hoe kun je mantelzorgers helpen de dementie te erkennen en te leren goed om te gaan met gedragsveranderingen van de cliënt. Hoe signaleer je knelpunten of overbelasting? Welke doorverwijsmogelijkheden zijn er? Hoe communiceer je goed met mantelzorgers?
Na afloop van de bijscholing ben je op de hoogte van de nieuwste inzichten op het gebied van de symptomen, vormen en de psychosociale gevolgen van dementie. Je bent in staat de voor jou en je zorgvrager beste benaderingsinterventies gericht in te zetten, afhankelijk van het type dementie en de fase waarin de patient zich bevindt.
Deze scholing is geaccrediteerd met drie punten.